Socio-economische kenmerken van het ISGD Schelde

Het internationaal Scheldestroomgebiedsdistrict is een van de dichtstbevolkte en meest geïndustrialiseerde van Europa. Er heerst een intense economische activiteit. Toch stellen we vast dat het welzijnspeil in de verschillende regio’s van het ISGD Schelde enigszins heterogeen is.

Bevolking

Het ISGD Schelde telt een totale bevolking van 12,8 miljoen inwoners. Met een oppervlakte van 36.416 km² betekent dit een gemiddelde bevolkingsdichtheid van 352 inwoners/km², wat bijna drie maal hoger ligt dan de gemiddelde Europese bevolkingsdichtheid (120 inw/km²). Dit kan te wijten zijn aan de hoge graad van verstedelijking binnen het Scheldestroomgebiedsdistrict.

De belangrijkste steden in het ISGD Schelde zijn de agglomeratie Rijsel (1.091.000 inw), het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (959.318 inw), Antwerpen (445.000 inw), Gent (225.000 inw), Amiens (136.224 inw) en Brugge (115.000 inw). Deze 6 steden vertegenwoordigen 23% van de inwoners van het ISGD Schelde. Uitgaande van gegevens uit het jaar 2000 (of 2002 voor het Vlaamse Gewest) blijkt dat het afvalwater van 53% van de bevolking afgevoerd wordt naar en behandeld in een openbare rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI).

Landbouw

In het ISGD Schelde is er 22.077 km² landbouwgrond aanwezig. Dit betekent dat 61% van de totale oppervlakte van het district gebruikt wordt voor landbouwdoeleinden. In het district bevinden er zich 69.336 landbouwbedrijven met een gemiddelde oppervlakte van 32 ha. Dit betekent dat we per km² ongeveer 2 landbouwbedrijven aantreffen. De voornaamste landbouwactiviteiten in het district omvatten zowel akkerbouw als veeteelt. In het noorden van het district is veeteelt de voornaamste landbouwactiviteit, in het zuiden van het district is de landbouw meer gespecialiseerd in akkerbouw.

Industrie

Naast een hoge verstedelijkingsgraad, wordt het ISGD Schelde ook gekenmerkt door een hoge industrialisatiegraad, met een aantal belangrijke industriële kernen. De in aantal sterkst vertegenwoordigde industriële sectoren zijn de voedings- en de metaalindustrie, met ieder een derde van het totaal aantal bedrijven. Twee andere belangrijke sectoren zijn de chemische en de textielindustrie.

Ongeveer de helft van de in het Scheldedistrict geïnventariseerde industriële bedrijven zijn geconcentreerd in de deelbekkens van de Leie, Zenne en Benedenloop Schelde.

Visserij en toerisme

In het ISGD Schelde is de riviervisserij nog maar van weinig betekenis. De visserij beperkt zich hoofdzakelijk tot de recreatieve visvangst. Aquacultuur is enkel van betekenis in het Nederlandse en het Franse deel van het stroomgebiedsdistrict. In het Nederlandse deel bevinden zich 6000 ha mosselpercelen. Ook in het Franse deel worden mosselkwekerijen aangetroffen. Verder worden er nog zeebaarzen en zeebrasems gekweekt. Wat zoetwaterkwekerijen betreft, domineert de forelteelt.

In Frankrijk wordt de zeevisserij vooral beoefend vanuit de verschillende havens (kustvloot) en vooral vanuit de haven van Boulogne-sur-Mer (artisanale vloot en visserij in volle zee).

De volledige kuststrook van het ISGD Schelde is geliefd bij toeristen. Van in Ault (Frankrijk) tot aan de monding van de Schelde ter hoogte van Breskens (Nederland) heeft deze kuststrook een lengte van ongeveer 340 km. Vooral het Vlaamse deel van de kust heeft door bebouwing ten behoeve van het toerisme belangrijke veranderingen ondergaan. In Frankrijk en Nederland bleef het natuurlijke karakter van de kustzone beter bewaard.

Ten noorden van het Schelde-estuarium treffen we, op Nederlands grondgebied, een schiereilandenstructuur aan. Ook dit deel van het stroomgebiedsdistrict is een belangrijke trekpleister voor toeristen.

Transport

Het ISGD Schelde wordt gekenmerkt door een dicht netwerk van verkeerswegen (spoorwegen, waterwegen en autowegen), waardoor het ISGD Schelde zeer goed ontsloten is. Dit netwerk van verkeerswegen is één van de dichtste in Europa.

In het ISGD Schelde zijn een aantal belangrijke havens gelokaliseerd, die alle behoren tot de Hamburg-Le Havre range. We noemen hier de havens van Antwerpen, Gent, Zeebrugge en Oostende in het Vlaamse Gewest, de autonome haven van Brussel in het BHG, de havens van Duinkerken, Calais, Boulogne-sur-Mer en Rijsel in Frankrijk en die van Vlissingen en Terneuzen (samen Port of Zeeland) in Nederland.

Van deze havens is de haven van Antwerpen ongetwijfeld de belangrijkste. Antwerpen is immers de tweede grootste haven van Europa en tevens één van de grootste ter wereld. Jaarlijks worden er meer dan 130 miljoen ton goederen verscheept. De haven is vooral gekend als stukgoedhaven. Een groot aandeel van deze stukgoederen wordt gecontaineriseerd. Er worden tevens een groot aantal chemische producten verscheept. Het Antwerpse havengebied is na Houston (VS) dan ook het tweede grootste petrochemiecomplex ter wereld. De haven van Antwerpen beschikt bovendien over uitstekende hinterlandverbindingen, die haar gunstige geografische ligging ten opzichte van de grote Europese productie- en consumptiecentra nog versterken.

De belangrijkste passagiersluchthavens in het ISGD Schelde zijn die van Zaventem (nabij Brussel), Antwerpen en Oostende in het Vlaamse Gewest en die van Rijsel en Le Touquet in Frankrijk.